Informatie

Zo lees je etiketten in de supermarkt

Etiketten lezen

Kijk jij wel eens op de achterkant van een product in de supermarkt maar heb je geen idee waar je eigenlijk naar kijkt? Misschien pak je wel eens iets uit het schap omdat er laag in vet, zonder toegevoegde suikers of rijk aan eiwitten op staat, zonder echt te weten of dat product ook daadwerkelijk een gezonde keuze is. Fabrikanten gebruiken vaak slimme marketing om hun producten beter te laten lijken dan ze zijn en dat kan behoorlijk verwarrend zijn.

Het etiket van een product bevat gelukkig veel meer informatie dan alleen die claims op de voorkant. Op de achterkant vind je de ingrediëntenlijst, voedingswaardetabel en andere verplichte informatie. Daarin staat precies wat er echt in het product zit en in welke hoeveelheden. Het probleem is alleen dat al die cijfers, termen en percentages vaak lastig te begrijpen zijn.

In deze blog neem ik je stap voor stap mee in hoe je een etiket kunt lezen. We beginnen bij de basis: wat etiketten precies zijn en welke informatie erop moet staan. Daarna kijken we hoe je de voedingswaardetabel en ingrediëntenlijst goed kunt interpreteren. Je leert waar je op moet letten om gezonde keuzes te maken en hoe je misleidende claims kunt herkennen. Ook krijg je praktische tips voor in de supermarkt en laat ik met voorbeelden zien hoe twee vergelijkbare producten toch een wereld van verschil kunnen maken. 

Na het lezen van deze blog weet jij hoe je in een paar seconden kunt bepalen of een product past in een gezond voedingspatroon en laat je je niet langer misleiden door mooie woorden op de verpakking.

Waarom bestaan etiketten?

Etiketten zijn er in de eerste plaats om transparantie te geven. Ze laten zien welke ingrediënten in een product zitten, hoeveel energie en voedingsstoffen het levert en hoe lang je het product kunt bewaren. Dat is niet alleen handig voor mensen die bewust met hun gezondheid bezig zijn, maar ook noodzakelijk voor mensen met een allergie of een bepaald dieet.

Daarnaast zijn etiketten bedoeld om misleiding te voorkomen. Zonder duidelijke regels zouden fabrikanten vooral mooie woorden en aantrekkelijke plaatjes gebruiken om hun producten te verkopen, zonder dat je weet wat er echt in zit. Dankzij de verplichte informatie kun je als consument zelf een oordeel vormen.

Verschil tussen verplichte en vrijwillige informatie

Niet alles wat op een verpakking staat is verplicht. Sommige dingen zijn wettelijk vastgelegd, zoals de ingrediëntenlijst, de voedingswaardetabel en de houdbaarheidsdatum. Andere zaken zijn vrijwillig en vaak bedoeld als marketing. Denk aan kreten als ambachtelijk, natuurlijk of goed voor de lijn. Die woorden klinken aantrekkelijk, maar zeggen lang niet altijd iets over de werkelijke voedingswaarde van een product.

Etiketten als hulpmiddel

Het is belangrijk om etiketten te zien als hulpmiddel. Ze geven je de kans om producten onderling te vergelijken en een bewuste keuze te maken. Dat kan in het begin misschien wat tijd kosten, maar hoe vaker je het doet hoe sneller je wordt in het lezen en beoordelen van etiketten. Uiteindelijk helpt het je om gezondere keuzes te maken en beter door marketingtrucs heen te prikken.

gezonde voedingskeuzes

Wat staat er op etiketten

Op het eerste gezicht lijkt een etiket misschien een wirwar van cijfers en woorden, maar er zit een duidelijke structuur in. Elk voedingsmiddel dat in de supermarkt wordt verkocht moet bepaalde informatie bevatten zodat jij weet wat je koopt. Hieronder lopen we langs de belangrijkste onderdelen die je op bijna elk etiket terugvindt.

1. De voedingswaardetabel

Dit is vaak een overzicht met cijfers in een tabelvorm. Hierin staat hoeveel energie en voedingsstoffen het product bevat. Je ziet bijvoorbeeld het aantal kilocalorieën (kcal) en kilojoules (kJ), de hoeveelheid vet, verzadigd vet, koolhydraten, suikers, eiwitten, vezels en zout. Vaak staat deze informatie per 100 gram of 100 milliliter vermeld en soms ook per portie. Dat maakt het mogelijk om producten goed te vergelijken, al moet je wel altijd opletten of de portiegrootte realistisch is.

2. De ingrediëntenlijst

De ingrediëntenlijst is een van de meest waardevolle onderdelen van een etiket. Hierin staat precies welke ingrediënten in het product zitten, en wel in volgorde van hoeveelheid. Het ingrediënt dat het meest aanwezig is staat dus altijd vooraan. Dit betekent dat als suiker of een andere zoetstof bovenaan de lijst staat, het product waarschijnlijk niet zo gezond is als de verpakking doet vermoeden. Ook herken je hier vaak toevoegingen zoals kleurstoffen, smaakversterkers en conserveringsmiddelen.

3. Allergeneninformatie

Voor mensen met een allergie is dit misschien wel het belangrijkste onderdeel. Fabrikanten zijn verplicht om de veertien meest voorkomende allergenen duidelijk te vermelden, zoals gluten, noten, melk, soja en schaaldieren. Vaak zie je deze vetgedrukt in de ingrediëntenlijst zodat ze meteen opvallen.

4. Houdbaarheidsdatum

Op elk product staat een datum die aangeeft tot wanneer het veilig te gebruiken is. Je ziet twee varianten:

  • TGT datum (te gebruiken tot): dit geldt voor zeer bederfelijke producten zoals vlees of verse vis. Na deze datum mag je het product niet meer eten.
  • THT datum (ten minste houdbaar tot): dit betekent dat het product tot die datum de beste kwaliteit heeft. Na die datum kun je het vaak nog eten, al kan de smaak of textuur iets achteruitgaan.

5. Claims en keurmerken

Op de voorkant van een product vind je vaak claims zoals rijk aan vezels, zonder toegevoegde suikers of light. Deze claims moeten aan regels voldoen, maar geven vaak een vertekend beeld. Zo kan een product dat light is minder vet bevatten, maar alsnog veel suiker. Daarnaast zie je soms keurmerken zoals biologisch of Fairtrade, die een product extra betrouwbaarheid kunnen geven.

Overige informatie

Naast de bovengenoemde onderdelen vind je vaak ook het gewicht of de inhoud, bewaaradviezen en de naam en adresgegevens van de fabrikant. Dit klinkt misschien minder interessant, maar kan wel handig zijn als je meer wilt weten over de herkomst of de manier waarop je het product moet bewaren.

etiket

Hoe lees je een etiket

Het is één ding om te weten wát er allemaal op een etiket staat, maar het is minstens zo belangrijk om te begrijpen hóe je deze informatie leest. Veel mensen laten zich afschrikken door alle cijfers en termen, maar eigenlijk is het vrij overzichtelijk als je weet waar je moet beginnen. Hieronder vind je een aantal stappen en aandachtspunten die je kunt volgen.

1. Begin met de ingrediëntenlijst

De ingrediëntenlijst vertelt je direct waar het product uit bestaat. Omdat de ingrediënten altijd in volgorde van hoeveelheid staan, kun je snel zien wat de hoofdbestanddelen zijn. Staat suiker, glucose of een andere zoetstof in de eerste drie ingrediënten, dan weet je dat dit een belangrijk bestanddeel van het product is. Ook kun je zien of er veel toevoegingen in zitten, zoals smaakstoffen, kleurstoffen of E-nummers.

2. Kijk naar de voedingswaardetabel

De voedingswaardetabel lijkt ingewikkeld, maar eigenlijk vertelt hij heel eenvoudig hoeveel energie en voedingsstoffen er in een product zitten. Het is slim om altijd naar de waarden per 100 gram of 100 milliliter te kijken, want die maken het makkelijker om producten met elkaar te vergelijken. De vermelde portiegrootte kan namelijk nogal misleidend zijn. Een fabrikant kan bijvoorbeeld een halve koek als portie rekenen, terwijl bijna niemand een halve koek eet.

3. Let op energie en voedingsstoffen

Het aantal kilocalorieën geeft een idee van hoeveel energie je binnenkrijgt, maar minstens zo belangrijk zijn de details erachter. Kijk naar de verhouding tussen vet, verzadigd vet, koolhydraten, suiker, vezels, eiwitten en zout. Zo krijg je een beter beeld van de voedingskwaliteit. Een product met weinig suiker maar veel vezels en eiwitten kan bijvoorbeeld een goede keuze zijn, zelfs als het wat meer calorieën bevat.

4. Begrijp de referentie-inname

Op veel verpakkingen staat een percentage vermeld dat aangeeft hoeveel een portie bijdraagt aan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid. Dit heet de referentie-inname. Het lijkt handig, maar kan ook verwarrend zijn. Deze percentages zijn gebaseerd op een gemiddelde volwassen vrouw die tweeduizend kilocalorieën per dag eet. Voor iemand die meer of minder nodig heeft kan dit dus afwijken. Gebruik het daarom alleen als grove richtlijn.

5. Wees kritisch bij claims en marketing

Op de voorkant van een product staan vaak claims die de indruk wekken dat het product gezond is. Toch moet je altijd controleren of dat klopt met de informatie op de achterkant. Een mueslireep die zegt rijk aan vezels te zijn kan bijvoorbeeld nog steeds veel suiker bevatten. Door de claims te vergelijken met de ingrediëntenlijst en de voedingswaardetabel ontdek je of de boodschap klopt of niet.

6. Vergelijk altijd producten

Tot slot is het handig om etiketten niet op zichzelf te beoordelen maar door producten onderling te vergelijken. Zet bijvoorbeeld twee soorten ontbijtgranen naast elkaar en kijk welke meer suiker bevat, welke meer vezels en welke minder zout. Zo leer je snel welke keuzes gezonder zijn binnen dezelfde productgroep.

etiket kaas

Belangrijkste punten om op te letten

Een etiket bevat veel informatie, maar dat betekent niet dat je alles in detail hoeft te bestuderen. Er zijn een paar onderdelen die extra belangrijk zijn om in de gaten te houden. Als je deze punten begrijpt, kun je al veel beter inschatten of een product een gezonde keuze is of juist niet.

1. Suiker

Suiker is misschien wel het eerste waar je naar moet kijken. Het staat vaak niet alleen vermeld als suiker, maar ook onder andere namen zoals glucose, fructose, dextrose, honing of stroop. Fabrikanten gebruiken soms meerdere soorten suiker zodat ze lager in de ingrediëntenlijst komen te staan, terwijl de totale hoeveelheid toch hoog is. Let vooral op producten waar suiker of zoetstoffen bij de eerste drie ingrediënten staan.

  • Tot 5 gram suiker per 100 gram: laag suikergehalte, goede keuze.
  • Meer dan 15 gram per 100 gram: hoog suikergehalte, wees kritisch.
  • Alles daartussen kun je zien als een grijs gebied waarin het product niet per se slecht hoeft te zijn, maar waarin je beter goed kunt vergelijken.

2. Verzadigd vet

Vet is op zichzelf niet slecht, maar verzadigd vet in grote hoeveelheden kan de kans op hart en vaatziekten vergroten. Daarom is het slim om bij de voedingswaardetabel te kijken naar het onderscheid tussen totaal vet en verzadigd vet. Producten zoals koek, chips en kant en klare maaltijden bevatten vaak meer verzadigd vet dan je denkt.

  • Tot 1,5 gram verzadigd vet per 100 gram: laag gehalte, goede keuze.
  • Meer dan 5 gram per 100 gram: hoog gehalte, liever beperken.

3. Zout

Ook zout is een belangrijk aandachtspunt. Te veel zout kan leiden tot een hogere bloeddruk en verhoogt het risico op hart en vaatziekten. In veel bewerkte producten zoals soepen, sauzen en vleeswaren zit meer zout dan je zou verwachten.

  • Tot 0,3 gram zout per 100 gram: laag zoutgehalte.
  • Meer dan 1,5 gram per 100 gram: hoog zoutgehalte.
  • Alles tussen 0,3 en 1,5 gram is middelmatig.

4. Vezels

Waar suiker, vet en zout vaak een valkuil zijn, zijn vezels juist een pluspunt. Vezels zorgen voor een goede spijsvertering en geven je langer een vol gevoel. Vooral volkorenproducten en producten met veel groenten en peulvruchten bevatten veel vezels.

  • Meer dan 6 gram vezels per 100 gram: vezelrijk product.
  • Tussen 3 en 6 gram per 100 gram: gemiddeld.
  • Minder dan 3 gram per 100 gram: laag in vezels.

5. Eiwitten

Eiwitten zijn belangrijk voor de opbouw en het herstel van je spieren en geven net als vezels een verzadigd gevoel. Zeker bij zuivel, vleesvervangers of snacks kan het zinvol zijn om de hoeveelheid eiwit mee te nemen in je beoordeling.

  • Meer dan 10 gram eiwit per 100 gram: eiwitrijk product.
  • Tussen 5 en 10 gram per 100 gram: gemiddeld.
  • Minder dan 5 gram per 100 gram: laag in eiwit.

6. Portiegrootte

Een punt dat vaak wordt vergeten is de portiegrootte. Fabrikanten kunnen de voedingswaarden per portie berekenen en een portie kleiner maken dan je in werkelijkheid zou eten. Een reep chocolade wordt bijvoorbeeld verdeeld in meerdere porties terwijl de meeste mensen gewoon de hele reep eten. Kijk daarom altijd naar de waarden per 100 gram of 100 milliliter voor een eerlijker beeld.

7. E-nummers en toevoegingen

E-nummers zijn goedgekeurde stoffen die worden gebruikt om producten langer houdbaar te maken of een bepaalde smaak of kleur te geven. Hoewel ze veilig zijn bevonden, kan een lange lijst met toevoegingen wel een teken zijn dat een product sterk bewerkt is. Dat hoeft niet altijd slecht te zijn, maar het kan een signaal zijn om extra kritisch te kijken.

Belangrijke punten etiketten

Hoe herken je of een product gezond is

Nu je weet hoe je een etiket moet lezen en waar je op moet letten, is de volgende vraag natuurlijk: hoe weet je of een product écht gezond is? Fabrikanten maken het je niet altijd gemakkelijk, want hun marketing richt zich vaak op het benadrukken van één positief aspect, terwijl de rest minder gezond kan zijn. Gelukkig kun je met een paar eenvoudige vuistregels zelf beoordelen of een product een goede keuze is.

1. Kijk naar de ingrediëntenlijst

Een kort ingrediëntenlijstje met herkenbare ingrediënten is vaak een teken dat een product minder bewerkt is. Hoe langer de lijst en hoe meer ingewikkelde toevoegingen erin staan, hoe groter de kans dat het product sterk bewerkt is. Dat hoeft niet altijd ongezond te zijn, maar eenvoud is vaak beter.

Vuistregel: als suiker, glucose of siroop in de eerste drie ingrediënten staat, is het product waarschijnlijk niet de gezondste keuze.

2. Vergelijk altijd per 100 gram

De voedingswaarden per portie kunnen misleidend zijn, omdat een portie vaak kleiner wordt voorgesteld dan wat je daadwerkelijk eet. Door per 100 gram te kijken, kun je producten eerlijk vergelijken. Dit werkt vooral goed bij ontbijtgranen, zuivelproducten en snacks.

Vuistregel: vergelijk altijd op 100 gram, niet op portie.

3. Let op de verhouding tussen suiker, zout en vet

Een product hoeft niet perfect te zijn, maar het is slim om kritisch te kijken naar de balans. Een product met weinig suiker maar veel zout is niet per se gezond. Gebruik de richtlijnen:

  • Suiker: maximaal 5 gram per 100 gram voor een goede keuze.
  • Zout: maximaal 0,3 gram per 100 gram is laag.
  • Verzadigd vet: maximaal 1,5 gram per 100 gram is laag.

4. Zoek naar pluspunten

Gezonde producten herken je ook aan de positieve voedingsstoffen die ze leveren.

  • Vezels: minimaal 6 gram per 100 gram = vezelrijk.
  • Eiwitten: minimaal 10 gram per 100 gram = eiwitrijk.
  • Vitamines en mineralen: worden niet altijd vermeld, maar producten als groenten, fruit, peulvruchten en volkorenproducten scoren hier bijna vanzelf goed.

5. Laat je niet misleiden door claims

Woorden als natuurlijk, ambachtelijk of light klinken aantrekkelijk, maar zeggen weinig over hoe gezond een product werkelijk is. Een light product bevat vaak minder vet, maar soms juist meer suiker. Zonder toegevoegde suikers betekent niet dat het product suikervrij is, want fruitsuikers tellen ook mee.

Hoe worden claims bepaald?

  • Light: een product mag deze claim gebruiken als het minstens 30 procent minder energie, suiker of vet bevat dan een vergelijkbaar product. Maar let op: een light product kan nog steeds veel calorieën of suiker bevatten, alleen in verhouding minder dan het origineel.
  • Suikervrij: dit mag alleen op een product staan als het minder dan 0,5 gram suiker per 100 gram of 100 milliliter bevat.
  • Zonder toegevoegde suikers: hierbij mogen geen suikers of ingrediënten met een suikerachtige werking (zoals honing of siroop) zijn toegevoegd. Het product kan echter wél van nature veel suiker bevatten, bijvoorbeeld vruchtensap.

Vuistregel: claims zijn reclame, de waarheid staat op de achterkant.

6. Gebruik de Schijf van Vijf als leidraad

Als je echt zeker wilt weten of een product gezond is, kun je de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum als uitgangspunt nemen. Producten die hierin passen bevatten doorgaans weinig suiker, zout en verzadigd vet en juist veel goede voedingsstoffen. Denk aan groenten, fruit, volkoren graanproducten, noten, peulvruchten en magere zuivel.

Schijf van vijf

Veelgemaakte misverstanden

Bij het lezen van etiketten zijn er een aantal valkuilen waar veel mensen intrappen. Fabrikanten maken hier slim gebruik van door hun producten net wat gezonder te laten lijken dan ze werkelijk zijn. Hieronder vind je de meest voorkomende misverstanden en hoe je ze kunt herkennen.

1. Natuurlijk betekent niet automatisch gezond

Het woord natuurlijk klinkt aantrekkelijk, maar zegt in feite niets over de voedingswaarde. Een product kan natuurlijke ingrediënten bevatten, maar toch veel suiker of verzadigd vet. Denk bijvoorbeeld aan koekjes met natuurlijke honing of vruchtensappen die puur uit fruit bestaan maar alsnog boordevol suiker zitten.

2. Zonder toegevoegde suikers is niet hetzelfde als suikervrij

Veel mensen denken dat zonder toegevoegde suikers hetzelfde is als suikervrij, maar dat klopt niet. Zonder toegevoegde suikers betekent alleen dat de fabrikant geen extra suiker heeft toegevoegd. Het product kan nog steeds veel van nature aanwezige suiker bevatten, zoals in vruchtensap of gedroogd fruit. Suikervrij mag pas worden gebruikt als het product minder dan 0,5 gram suiker per 100 gram of 100 milliliter bevat.

3. Light klinkt gezond maar hoeft dat niet te zijn

Een product mag light heten als het minstens 30 procent minder suiker, vet of energie bevat dan een vergelijkbaar product. Dit betekent dus niet dat het per definitie gezond is. Een light frisdrank bevat bijvoorbeeld geen suiker, maar levert ook geen voedingsstoffen. Een light koek kan wel minder vet hebben, maar tegelijkertijd meer suiker, waardoor het nog steeds geen gezonde keuze is.

4. Hoog in eiwitten kan misleidend zijn

De claim hoog in eiwitten mag alleen worden gebruikt als een product minstens 20 procent van de totale energie uit eiwit haalt. Dat betekent dat een product wel aan de claim kan voldoen, maar tegelijkertijd veel suiker of vet kan bevatten. Een eiwitreep met twintig gram suiker is dus niet per se een gezonde snack.

5. Ambachtelijk of vers klinkt mooi maar is vaak marketing

Woorden als ambachtelijk, vers of huisgemaakt zijn niet wettelijk beschermd. Fabrikanten mogen ze gebruiken zonder dat er duidelijke eisen aan verbonden zijn. Laat je dus niet leiden door dit soort mooie woorden, maar kijk altijd naar de ingrediëntenlijst en voedingswaardetabel.

Voedingsclaims

Praktische tips voor in de supermarkt

Het lezen van etiketten kan in het begin wat overweldigend lijken. Je staat met een product in je hand, kijkt naar alle cijfers en ingrediënten en hebt het gevoel dat het veel tijd kost. Gelukkig hoeft dat niet zo te zijn. Met een paar slimme gewoontes kun je in korte tijd toch een goede beoordeling maken.

1. Begin bij de ingrediëntenlijst

Scan altijd even de eerste drie ingrediënten. Dit zijn de hoofdbestanddelen van het product. Staat suiker, glucose of siroop hier tussen, dan weet je meteen dat het product waarschijnlijk veel toegevoegde suikers bevat. Bij brood of crackers is het slim om te kijken of volkorenmeel bovenaan staat: dat is een teken dat je een betere keuze maakt.

2. Vergelijk per 100 gram of 100 milliliter

Laat je niet misleiden door portiegroottes die de fabrikant zelf kiest. Door altijd naar de voedingswaarden per 100 gram te kijken kun je producten eerlijk vergelijken. Dit werkt heel goed bij ontbijtgranen, snacks, frisdranken en zuivel.

3. Kijk naar suiker, verzadigd vet, zout en vezels

Je hoeft niet alle cijfers uit je hoofd te leren, maar met de belangrijkste richtlijnen kom je al een heel eind.

  • Suiker: maximaal 5 gram per 100 gram is laag.
  • Verzadigd vet: maximaal 1,5 gram per 100 gram is laag.
  • Zout: maximaal 0,3 gram per 100 gram is laag.
  • Vezels: minimaal 6 gram per 100 gram is hoog.

Als je snel etiketten vergelijkt op deze punten, zie je vaak al duidelijk verschil tussen producten.

4. Gebruik je telefoon

Veel mensen vinden het handig om apps te gebruiken die producten scannen en beoordelen op basis van voedingswaarden. Dat kan je tijd schelen en geeft een eerste indicatie. Toch blijft het slim om zelf ook te leren lezen, zodat je niet volledig afhankelijk bent van de beoordeling van een app.

5. Let op marketingclaims op de voorkant

Loop niet blind achter kreten als natuurlijk, light of bron van eiwitten aan. Zie claims als uitnodigingen om juist extra kritisch naar de achterkant te kijken.

6. Vergelijk altijd binnen dezelfde productgroep

Een koekje vergelijken met een appel heeft weinig zin, maar koekjes onderling of verschillende soorten yoghurt vergelijken is heel leerzaam. Vaak zul je merken dat er enorme verschillen zitten tussen producten die op het eerste gezicht hetzelfde lijken.

7. Oefen en wees realistisch

Hoe vaker je etiketten leest, hoe sneller je wordt. Het is niet nodig om bij elk product tot op de komma nauwkeurig de voedingswaarde te analyseren. Richt je vooral op de producten die je vaak koopt en kies daar de gezondere variant van. Zo maak je stap voor stap betere keuzes, zonder dat het veel tijd kost.

Voorbeelden en illustraties

De theorie is handig, maar het wordt pas echt duidelijk als je ziet hoe dit in de praktijk werkt. Hieronder vergelijken we twee soorten kwark. Op het eerste gezicht lijken ze misschien allebei een gezonde keuze, maar als je het etiket goed leest zie je grote verschillen.

Voorbeeld: magere kwark versus volle vruchtenkwark

Magere kwark (per 100 gram)

  • Energie: 52 kcal
  • Vet: 0 gram waarvan verzadigd 0 gram
  • Koolhydraten: 4 gram waarvan suiker 4 gram (natuurlijke melksuikers)
  • Eiwitten: 9 gram
  • Zout: 0,08 gram
  • Vezels: 0 gram

Volle vanille kwark(per 100 gram)

  • Energie: 130 kcal
  • Vet: 5,4 gram waarvan verzadigd 3,6 gram
  • Koolhydraten: 13,9 gram waarvan suiker 13,2 gram (melksuikers + toegevoegde suiker)
  • Eiwitten: 5,6 gram
  • Zout: 0,1 gram
  • Vezels: 0 gram

Analyse van de vergelijking

  • Suiker: de magere kwark bevat enkel de natuurlijke melksuikers, terwijl de volle vruchtenkwark veel toegevoegde suiker bevat. Dertien gram per 100 gram is meer dan twee keer zoveel als wat als laag wordt gezien.
  • Vet en verzadigd vet: de magere kwark is vrijwel vetvrij, terwijl de volle variant vijf gram vet bevat waarvan een groot deel verzadigd.
  • Eiwitten: magere kwark levert maar liefst 9 gram eiwit per 100 gram, terwijl de volle vruchtenkwark de helft bevat. Dat maakt magere kwark een veel betere bron van eiwitten.
  • Calorieën: door het hogere vet- en suikergehalte bevat de volle vruchtenkwark ruim twee keer zoveel calorieën.

Conclusie

Hoewel beide producten “kwark” heten en in hetzelfde schap staan, is er een duidelijk verschil. De magere kwark is rijk aan eiwitten, bevat nauwelijks vet en maar weinig suiker. De volle vruchtenkwark lijkt misschien aantrekkelijk door de vanillesmaak en de romige textuur, maar bevat veel toegevoegde suiker, meer verzadigd vet en minder eiwitten. Als daarnaast naar de ingrediënten kijkt heeft magere kwark 1 ingrediënt en de volle kwark 10 ingrediënten, wat de volle kwark een sterk bewerkt product maakt. Als je op zoek bent naar een gezonde keuze is de magere kwark de betere optie.

magere kwark vs volle kwark

Conclusie

Het lezen van etiketten lijkt in het begin misschien ingewikkeld, maar met wat oefening wordt het al snel een tweede natuur. Je hebt gezien dat je vooral moet letten op de ingrediëntenlijst, de voedingswaardetabel en de hoeveelheid suiker, vet, zout, vezels en eiwitten. Ook weet je nu dat claims op de voorkant van een verpakking vaak eenzijdig of misleidend kunnen zijn en dat de echte informatie altijd op de achterkant staat.

Door producten te vergelijken per 100 gram of 100 milliliter, ontdek je snel welke keuzes gezonder zijn. Een product met een kort ingrediëntenlijstje, weinig suiker en zout en juist veel vezels en eiwitten, is vaak de betere optie. De voorbeelden, zoals bij de kwark, laten zien dat twee producten die op het oog hetzelfde lijken toch een wereld van verschil kunnen maken.

Het belangrijkste is dat je etiketten niet ziet als een lastige puzzel, maar als een hulpmiddel. Hoe vaker je ze leest, hoe sneller je de belangrijkste informatie eruit haalt. Richt je vooral op de producten die je regelmatig koopt en maak daar bewustere keuzes. Kleine veranderingen in je dagelijkse boodschappen kunnen op de lange termijn een groot verschil maken voor je gezondheid.

Neem de volgende keer dat je in de supermarkt bent eens de tijd om twee producten naast elkaar te leggen en hun etiketten te vergelijken. Je zult merken dat je steeds beter wordt in het herkennen van gezonde keuzes en je laat je minder snel misleiden door mooie woorden op de verpakking. Bewust kiezen begint met beter kijken en dat heb jij nu in de vingers.

Gelijk van start

Wil je nog meer weten over gezonde voeding?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *